08 February 2010

Strobist

Op dinsdag 12 januari, ledenavond bij Dekate Mousa, gaf Bart van Overbeeke een lezing over flitstechniek. Hij is zelfstandig fotograaf en bekend gezicht op de universiteit en bij Dekate Mousa, waar zijn fotoroots liggen. Hij fotografeert onder meer voor het universiteitsblad, de Cursor.

Strobistfotografie betekent dat er op locatie gewerkt wordt met gewone speedlights, die je normaal gesproken op je camera schuift. Maar in dit geval zet je de flitsers creatief in en daarbij worden ook allerlei accessoires gebruikt.

Wanneer de flitser op de camera gezet wordt, levert dat meestal saaie foto's op van het type 'Hans van der Burgt'. Het licht komt recht van voor, is sfeerloos wit en overvloedig. Het resultaat is een fantasieloze, onaantrekkelijke foto.

De foto-rugzak van een strobist-fotograaf bevat dan ook twee of meer flitsers en reflectie-schermen, grids, kleurfilters, statiefklem en paraplu. Hiermee kun je op locatie je creativiteit aanspreken en een boeiende foto maken.

Doordat je meerdere flitsers gebruikt, heb je bijna net zoveel mogelijkheden om het licht naar je hand te zetten als in de studio. Maar de foto wordt op locatie gemaakt, en dit maakt elke foto uniek. Bij de portretten die Bart maakt zijn het bijvoorbeeld de werkkamer van de onderzoeker, een onderzoeks-opstelling of een board-room.

Het experimenteren met verschillende lichtbronnen, de onderlinge verhouding van de flits-sterkte, het vinden van een balans met omgevingslicht kost veel tijd. Je bent zo twee uur kwijt met het maken van een portret.

Daar staat tegenover dat er geen Photoshop trucage wordt toegepast. In de nabewerking worden beperkt bewerkingen toegepast: doordrukken en tegenhouden bijvoorbeeld, wanneer bijvoorbeeld een spot de achtergrond nog iets te veel doortekening geeft.

Bart laat enkele portretten zien, en legt uit welke opstelling van de flitsers hij toegepast heeft. Een veel voorkomende opstelling is een hoofdlicht schuin van voren, met een licht schuin van achteren dat de contouren van het onderwerp benadrukt. Het hoofdlicht kan dan enigzins diffuus zijn door een paraplu te gebruiken.

Voor het licht van achteren zet hij vaak een kleurfilter. De kleur kan afgestemd worden op de huiskleuren van de opdrachtgever of de steunkleur in een brochure. Om flare te voorkomen moet je vaak een 'flag' toepassen. Soms heeft de achtergrond nog een eigen invulflits nodig opdat kleuren goed uitkomen en om schaduwen van het hoofdlicht te verzachten.

Een digitale camera is haast noodzakelijk omdat je daarmee een trial-and-error werkwijze kunt toepassen. Je ziet direct het resultaat en je kunt bijsturen als het nodig is. Een flitsmeter wordt bijna nooit gebruikt. Draadloze aansturing van de speedlights is wel weer erg handig, omdat je daardoor volledig vrij bent in het plaatsen van de flitsers.

Paul Simons

No comments:

Post a Comment